vrijdag 17 maart 2017

In de kijker: Zorgen met je hart! Peggy De Laet





 Ga naar Facebook Ookmijnzorg


Zelden komt het voor dat een blog mij zo aangrijpt, maar bij het lezen van deze getuigenis was ik even totaal sprakeloos! Het is zo oprecht verteld, en ook voor velen zeker herkenbaar... Ik had de tranen in mijn ogen, lees even mee met de blog en getuigenis door Peggy De Laet:



“Behandel een ander zoals ge zelf behandeld wilt worden.”


Alléz, doe eens voort
Woensdagavond, 20:15 uur . Gebonk op de deur. Sinterklaas, flitst het door mijn hoofd. “De thuisverpleegster” klinkt het. “Om u in ’t bed te leggen.”. Met tegenzin laat ik haar binnen. “Beetje vroeg” laat ik me ontvallen.” De enige reactie die ik krijg: “Ge moogt uw tanden uitdoen. Dat poetst gemakkelijker”. Eentje met humor? Oh, nee. Ze meent het. Ongeduldig kijkt ze me aan: “Alléz, doe eens voort, ge zijt niet mijn enige patiënt”. Ik probeer duidelijk te maken dat ik nog veel te jong ben voor een paar losse tanden en een kunstgebit. Morgenavond kruip ik wel met kleren aan in bed. Dan kies ik wanneer ik ga slapen. Nog wel even bedenken hoe ik mijn schoenen uit ga krijgen.

De volgende morgen. Een andere verpleegster, eenzelfde scenario: de deurbel galmt. Te luid. De eerste fase van mijn ochtendhumeur is ingezet. “Goeie morgen” schettert het in mijn oren. Tegelijk knipt het licht aan. 5 minuten later op het toilet: “Zijt ge nog niet gereed?” Het douchen valt mee. Afdrogen heel wat minder. Ik vraag of ze nog eens onder mijn oksels wil wrijven met de handdoek. Ik voel me daar nog klam. ”Dat kan niet. Daar ben ik al geweest” snauwt ze. Ik informeer naar wat ze het leukste vindt aan haar job. “Het contact met de mensen. Ik zou geen andere job willen.“ Mensen hun neus afbijten. Zonder veel weerwerk. Het doet haar blijkbaar deugd. Mij niet. Ik besluit een ander verpleegteam te contacteren. Eén aangeraden door een kennis.
Of ze me vroeg kunnen verzorgen? “06:00 uur?” stelt de ietwat norse verantwoordelijke, Martine, voor. Ik ben geen vroege vogel. Maar liever voor dag en dauw gewassen en gestreken, dan kans te hebben in mijn pyjama naar het werk te moeten. Ja, jong, zorgbehoevend en werkend. Het bestaat. “Waar is uw badkamer? Medicatie? Kleerkast? Dat maakt het morgen wat gemakkelijker. Voor ons allebei,” zegt thuisverpleegster Martine (47).

Tijd: een mooi cadeau
Zo nors ze is tijdens onze kennismaking, zo vriendelijk is ze tijdens mijn verzorging. Martine. ’s Morgens tikt ze net hard genoeg op mijn slaapkamerraam om er wakker van te worden. Met mijn afstandsbediening laat ik haar binnen. Het licht gaat aan. Op de gang. Niet in mijn kamer. “Zo schijnt het licht niet recht in uw ogen, terwijl ik u uit bed help” zegt ze. Op naar het toilet. “Doe gerust. Ik zet intussen uw pillen klaar. Zal ik uw warm-waterkruik al vullen? Nog iets?” Wat yoghurt in een kommetje zou handig zijn. Je mag het op de tafel zetten. Mijn huishoudhulp komt pas om 8:00 uur. Dan zit ik niet op mijn honger. “Ok. Kunt ge beschrijven wat ge aan wilt? Dan leg ik dat ook klaar.” Eindelijk niet meer kakken op commando. De opluchting alleen al zorgt voor beweging richting toiletpot. Me douchen, afdrogen, aankleden. Martine en haar team doen het allemaal even behoedzaam. ’s Avonds het tegenovergestelde ritueel. Zo tussen 21:00 uur en 21:30 uur. Zij geven me tijd. Eén van de mooiste cadeaus die een mens kan krijgen.
Vandaag, 7 jaar later, verloopt mijn verzorging nog altijd zo. Althans met Martine. Haar oorspronkelijke team is niet meer. Een nieuw vast trio vormen lukt niet. Aansluiten bij een pool van een 30-tal verpleegkundigen brengt daar weinig verandering in. Zo’n pool zou vervanging garanderen bij ziekte, verlof of vrije dag. Ja, zou. Collega-verpleegkundigen vinden de ochtenden van Martine te druk. De avonden te laat. “Gordijnen open en dichtdoen? In de living en de keuken: daar dienen wij niet voor.” Een reactie die Martine regelmatig hoort.
“’s Morgens ben ik bij mijn eerste patiënt om 6:00 uur. Om 11u30 sluit ik mijn ochtendronde af.” Kunnen je kinderen zo vroeg terecht in de kinderopvang? “Mijn jongste is intussen een zelfstandige tiener die goed haar plan trekt.”

Zorgbehoevenden zijn geen kleuters
“Ik start ’s avonds om 18:45 uur en zie alleen maar voordelen. Zo heb ik tijd om samen met mijn kinderen te eten. Eventueel te helpen met huiswerk. Ik ben er op de momenten dat ze wel eens iets kwijt willen over hun dag. Veel collega’s leggen hun kinderen graag zelf in bed. Eens in bed, slapen ze” zegt Martine. Zij kiest bewust voor de conversatie aan tafel. Vertrekt Martine op ronde, dan past haar moeder op de kinderen. Tot de jongste 13 is. Vanaf dan zorgen de meisjes voor elkaar. Met hun vader in de buurt.
“Mensen die zorg nodig hebben, zijn geen kleuters. Of kluizenaars. Het is niet omdat ge hulp nodig hebt om uw pyjama aan te doen dat ge die om 19u al aan moet hebben. Ze kunnen verdorie hun hond nog niet meer uitlaten. Niet naar een feestje.” Martine windt zich op. “Ja, ik sta met mijn opvatting dikwijls alleen. Ik vraag me dan even dikwijls af: Wat zoudt gij ervan vinden als ze u vanaf morgen iedere dag om 20:00 uur in uw bed steken?”
“Mijn collega’s hebben geluk dat ik graag en veel werk. Zoveel bijspringen hoeft dus niet: ik werk 3 op 4 weekends. 4 ochtenden en 3 avonden in de week. Wilt ge als zelfstandige uw boterham verdienen? Dan moet ge uren kloppen. In eender welke sector. Ik heb 3 dochters. Mijn oudste is pas afgestudeerd. Mijn 2de is bijna klaar. Hun studies. Hun kot. Een auto om op stage en werk te geraken. Een spaarcentje voor elk…”

En dan is er koffie
“Een drukke agenda? Elke job heeft voor- en nadelen. In het ziekenhuis werkt ge vroege, late, nacht. Is dat beter?” Tijdens haar verpleegstages ondervindt Martine er vooral nijd onder collega’s. En weinig tijd voor patiënten. Haren of voeten wassen? Nagels knippen? Zij doet dat. Terwijl collega’s aan een 2de kop koffie met koekje beginnen. Ze wordt erop aangesproken: “Haren, nagels, voeten: da’s voor thuis. Veel te veel aan ons hoofd hier.” “Aan de koffie, ja” foetert een verontwaardigde Martine.
Over koffie gesproken: ’s avonds vult Martine de koffiezet en haalt ze brood uit de vriezer. Bij een 90-jarige in een rolstoel. ’s Morgens, terwijl het vrouwtje op het toilet zit, laat Martine de koffie doorlopen en smeert ze boterhammen. Zo heeft mevrouw ontbijt. “Ik weet dat het mijn werk niet is. Zonder mijn hulp moet ze naar een rusthuis. Dat wil ik haar niet aandoen.”

Je werkt veel en lange dagen. Hoe hou je dat vol?
“Stilzitten en ik: dat gaat niet samen. Ik heb niet veel slaap nodig. 5 uurtjes per nacht is genoeg. Tenminste, als ik 1 ochtend en 2 avonden in de week vrij kan hebben. En 1 weekend familiefeest of oudercontact, probeer ik te wisselen met een collega.” “Op dit moment ligt dat alweer moeilijker want zij die mijn vrije momenten nu invult, stopt met thuisverpleging. Ik ga haar missen. Ze doet haar werk graag en goed. Dat merk ik bij de mensen. Vermoeidheid doet haar stoppen. Spijtig.”
Het is niet iedereen gegeven om door te gaan zoals Martine. Na 23 uur te bed. Om 5 uur er opnieuw uit. Dagen na elkaar. Net een Duracell konijn. Martine lacht. De verantwoordelijke van de verpleegsterpool mag dus nog eens op zoek naar een nieuwe partner voor Martine. De hoeveelste? “Ik ben de tel kwijt. Samen met mijn patiënten. Keer op keer aanpassen en gewoon worden. Elke nieuwe collega gaat met mij op ronde. Elke eerste avond en ochtend.” Martine verzorgt, zegt en toont letterlijk alles wat ze doet. De nieuwe ontvangt die informatie ook uitgeschreven. Martine laat niks aan het toeval over. “Dat is ’t minste wat ik kan doen” zegt ze. Stel u maar eens voor dat er morgen een wildvreemde aan uw bed staat. Voor wie ge uw broek nog maar eens moet laten zakken. Wennen doet het nooit. Een goeie voorbereiding helpt om de schroom en het ongemak een beetje te verminderen, langs de twee kanten.”

Zorgen met hart & ziel. Altijd & overal
Thuis zijn en blijven. Mensen hierin ondersteunen geeft Martine voldoening. "Hopelijk deelt mijn volgende collega mijn idee en energie. ’t Is de enige manier om voor lange tijd samen te werken.”
Als je dan toch eens vrij bent, hoe vul je die tijd dan in? Met het huishouden? Een hobby? “Met organisatietalent komt ge een heel eind. Ik poets een halve dag per week. Wassen doe ik op nachttarief. Voor ik op ronde vertrek, zet ik de droogkast aan. Op zondag, tussen twee shiften door, kook ik verse maaltijden. Die vries ik in. Ben ik op zaterdag vrij en spelen mijn kinderen een volleybalwedstrijd? Dan ga ik supporteren. Heeft mijn oudste 25 knutseldingen voor te bereiden voor haar kleuterklas? We doen het samen. Het is gezellig en gaat sneller vooruit.”
En een vakantie? “Zegt me niks. Elke schoolvakantie ga ik met mijn dochters een dagje winkelen. En iets eten. Of een avondje in de zetel. Met een goei glas wijn. Daar geniet ik van. Zijn mijn kinderen monitor op volleybalkamp, dan ben ik kookmoeder.” “Wanneer mijn jongste afstudeert, is er misschien een kleine op komst bij mijn oudste. Dan ga ik minder werken. Om voor mijn kleinkind te zorgen. Als dat nodig is.”
Wat als ze ooit zelf zorg nodig heeft? “Ze gaan een moeilijke klant aan mij hebben. Of ik moet gelijkgestemden treffen. Mensen die mijn visie op zorg(verlening) delen. Help het me hopen.”
Peggy De Laet
 Ga naar Facebook Ookmijnzorg
Bedankt aan al degenen die echt de tijd genomen hebben om deze lange tekst uit te lezen, want hij is het echt elk woord waard om even aandacht te schenken! Met toestemming om deze te delen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Deel je gedachten over deze blog , jouw mening is altijd welkom!