Dit is wat onze oma me vandaag doorstuurde. Ik moest het écht lezen van haar...
Elke klas heeft een of meerdere kinderen met uitdagingen. Moeilijke
kinderen. Onhandelbaar worden ze ook weleens genoemd. Er wordt gepraat, er
wordt gespeculeerd en er worden vraagtekens geplaatst bij ‘die’ kinderen door
ouders. Natuurlijk zijn er altijd ‘gecompliceerde’ kinderen, maar vergeet de
rol van leraren en leraressen niet. Zij doen hun uiterste best om het beste in
‘zo’n’ kind naar boven te halen.
Dat blijk uit
deze algemene brief die afkomstig is van basisschoollerares Amy. We spotten
deze treffende brief op haar site Miss Night Mutters en we werden er stil van. Ieder kind
is anders en we willen allemaal dat onze kinderen goed terechtkomen. Daarom
moet je ‘m absoluut lezen.
Beste ouder,
Ik weet het. Je bent bezorgd. Elke dag komt jouw kind thuis met een
verhaal over ‘dat’ kind. ‘Dat’ kind dat altijd schopt, duwt, knijpt en krabt en
dat zelfs andere kinderen bijt. ‘Dat’ kind dat altijd mijn hand vasthoudt in de
gang. ‘Dat’ kind dat op een of andere manier anders is dan andere kinderen en
dat liever op een stoel zit, dan op de grond. Het kind dat weg werd gehaald bij
de blokken, omdat ‘ie niet begreep dat blokken niet bestaan om mee te gooien.
Het kind dat over het speeltuin hek klimt, terwijl ik zei dat het niet mocht.
‘Dat’ kind dat de melk van z’n klasgenoot omgooide in een opwelling van woede.
Expres. Terwijl ik toekeek. En wanneer ik ‘m vroeg om het op te ruimen,
gebruikte hij de hele keukenrol. Expres. Terwijl ik toekeek. Ook gebruikte ze
het F-woord tijdens gym.
Je bent bezorgd dat ‘dat’ kind jouw eigen kind van zijn werk afhoudt.
Je bent bezorgd over het feit dat hij de boel aan het verstoren is en dat jouw
kind daarom niet genoeg aandacht krijgt. Je bent bezorgd dat ze op een dag echt
iemand pijn gaat doen. Je bent bezorgd over het feit dat die ‘iemand’ jouw kind
is. Je bent bezorgd dat jouw kind straks ook agressie gebruikt als ‘ie iets
wil. Je maakt je zorgen dat je kind een leerachterstand creëert, omdat ik niet
doorheb dat ‘ie z’n pen verkeerd vasthoudt. Ik weet het.
Jouw kind, dit jaar, in deze klas, op deze leeftijd is niet ‘dat’ kind.
Jouw kind is niet perfect, maar ze doet wat er gevraagd wordt. Hij deelt graag
zijn speelgoed. Zij gooit niet met stoelen. Hij steekt gewoon z’n hand op als
‘ie iets wil vragen. Ze werkt wanneer er gewerkt moet worden en speelt wanneer
er gespeeld moet worden. Hij kan rustig naar het toilet gaan en terugkomen
zonder capriolen. Zij denkt dat het S-woord ‘super’ betekent en het K-woord
‘kansloos’. Ik weet het.
Ik weet het, ik ben ook bezorgd. Weet je wat het is, ik maak me continu
zorgen. Ik ben bezorgd om ALLE kinderen. Ik maak me zorgen om zijn pen greep, om
haar uitspraak, om het feit dat ‘ie verlegen is en om die ene lunchtrommel die
constant leeg is. Ik denk aan Gavin’s jas die nu echt niet warm genoeg is en
aan Talitha’s vader die schreeuwt om het feit dat ze de letter ‘b’ als een ‘d’
heeft geschreven. Vooral in de auto op weg naar huis denk ik aan deze momenten.
Maar goed, ik weet het, je wil graag met me praten over ‘dat’ kind. Ik
wil ook over ‘dat’ kind praten, echt, maar er zijn zoveel dingen die ik niet
kan zeggen. Ik kan bijvoorbeeld niet vertellen dat ze is geadopteerd met 18
maanden uit een weeshuis. Ik kan niet praten over het feit dat ‘ie op
voedsel allergieën wordt getest en dat ‘ie daarom continu honger heeft, omdat
‘ie bijna niets mag eten. Ik kan ook niets zeggen over dat zijn ouders in een
vechtscheiding zitten en dat ze op dit moment bij haar oma woont. Daarbij mag
ik ook niets vertellen over haar oma. Die drinkt namelijk. Ik mag je niets
vertellen over zijn astma-medicijnen waar hij akelig en geïrriteerd door raakt.
Ik mag niets zeggen over het feit dat haar moeder er alleen voor staat
en dat haar dochter dus altijd te vroeg wordt gebracht en te laat wordt opgehaald.
En dat van school naar huis rijden, zo’n 40 minuten duurt. En dat haar dochter
daarom een tekort aan slaap heeft. Ook kan ik niet praten over het huiselijk
geweld dat zich thuis afspeelt. Het is oké, zei je. Je begrijpt dat ik geen
persoonlijke informatie mag delen. Je wil alleen maar weten wat ik aan het
gedrag van ‘dat’ kind doe. Ik zou het je graag willen vertellen, maar dat kan
ik niet.
Ik kan je niet vertellen over het feit dat ze hulp krijgt bij het
spreken en dat een opdracht uitwees dat ze een spraakachterstand heeft. De
therapeut heeft het idee dat haar agressie voortkomt uit het feit dat ze
gefrustreerd is omdat ze zich niet goed kan uiten. Ik kan je ook niet vertellen
dat ik ELKE week met zijn ouders afspreek en dat sowieso een van de ouders
altijd huilt tijdens deze besprekingen. Ik praat ook niet over het feit dat
‘dat’ kind en ik een geheim handsignaal hebben, dat wordt ingezet als ze zich
even terug wil trekken. Ik mag je ook niets zeggen over het feit dat ‘ie
opgekruld op m’n schoot wil liggen, want ‘ik word rustig van uw hartslag, juf’.
Ik kan niets vertellen over haar agressieve buien die ik nauwlettend in de
gaten hou en het feit dat ze van 5 uitbarstingen per dag naar 5 per week is
gegaan. Ook kan ik niets zeggen over het secretariaat dat achter me staat en
helpt wanneer ‘dat’ kind toe is aan verandering en steun.
Ik kan niets kwijt over toen ik opstond tijdens een vergadering, met
tranen in m’n ogen, en mijn collega’s smeekte of ze ook aandacht aan haar
willen besteden en aardig tegen haar willen doen, zelfs wanneer ze gefrustreerd
zijn over het feit dat ze wéér iemand geslagen heeft. Onder de neus van een
meester. Het is gewoon zo dat er zoveel dingen zijn die ik niet kan vertellen
over ‘dat’ kind. Ik kan niet eens de goede dingen aan je kwijt. Ik kan niets
vertellen over dat het zijn taak is om de planten water te geven en dat ‘ie in
huilen uitbarstte toen een van de planten doodging. Ik kan je niets zeggen over
dat ze elke ochtend haar baby zusje een kus geeft en dan fluistert ‘Jij bent
mijn zonneschijn’, waarna haar moeder de buggy verder duwt. Ik kan je niets
vertellen over het feit dat hij meer van onweer weet dan de meeste
meteorologen.
Ik kan niets zeggen over dat ze altijd wil helpen met het punten
slijpen. Ook zeg ik niets over dat ze een hand door het haar van haar beste
vriendin haalt in de pauze. Ik kan niets kwijt over zijn klasgenoot die huilt
en dat hij dan komt aangesneld met zijn lievelingsknuffel.
Weet je wat het is
lieve ouders, ik kan alleen dingen tegen je zeggen over jullie kind. Dus wat ik
je wel kan zeggen, is dit: als jouw kind ooit ‘dat’ kind wordt, beloof ik dat
ik deze privé-informatie nooit deel met andere ouders. Ik zal op regelmatige
basis met je blijven praten, duidelijk en vriendelijk. Ik zorg dat er tissues
klaarstaan en dat, als je het toelaat, ik je hand pak als het nodig is.
Ik zal me hardmaken voor de beste hulp en begeleiding en ik zal
samenwerken met de juiste aangewezen professionele mensen. Ik zal ervoor zorgen
dat je kind extra liefde krijgt, wanneer hij of zij dat nodig blijkt te hebben.
Ik zal namens jouw kind spreken hier op school. Ik zal steeds, wat er ook
gebeurt, zoeken naar de goeie, leuke en speciale eigenschappen die jouw kind
bezit. Ik zal hem en jou eraan herinneren dat ‘ie inderdaad speciaal is, steeds
weer. En wanneer een andere ouder naar me toekomt met vraagtekens over jouw
kind, dan zal ik dit hele verhaal herhalen. Steeds weer.
Met hele
vriendelijke groet,
De lerares
De lerares
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Deel je gedachten over deze blog , jouw mening is altijd welkom!